Heer Jezus, indien er geen heilige priesters opstaan, welke vruchten zullen uw vergoten Bloed, uw Kruisdood, uw Eucharistie dan opleveren? De armen dolen weg, verzinken en worden vergeten: Zend uw priesters! Wanneer zijn er priesters zoals Gij, Jezus? Wanneer priesters der armen? Wanneer priesters voor de mansardekamers, priesters voor de kleinen, priesters voor de krotbewoners? Wanneer komen zij? Ziet Gij niet, Heer, dat de zielen in groten getale verzinken in wereldse zin en lichtzinnigheid, in genotzucht en ontrouw, in onverschilligheid en ongeloof? Jezus, geef ons priesters met de geest der Apostelen. Arm bij de armen! Klein bij de kleinen! Wanneer komen zij, de priesters die bij de armen leven, priesters die van huis tot huis gaan, die de schapen zoeken in de achterbuurten van armoede en zonde, Waar blijven ze, Jezus? Voor duizenden blijft uw Bloed nutteloos vergoten! Gaat de wereld haar geestelijke ondergang tegemoet? Kunnen de kleinen het gebeteren dat hun o